Op 19 juli 2024 voldeed het Internationaal Gerechtshof (ICJ) aan het verzoek van de Algemene Vergadering van de VN (Res. 77/247) om een advies uit te brengen over “Israëlische praktijken die de mensenrechten van het Palestijnse volk in de bezette Palestijnse gebieden, met inbegrip van Oost-Jeruzalem, aantasten”.
Het advies concentreert zich uitsluitend op het vermeende wangedrag van Israël. Zoals verschillende rechters hebben opgemerkt, is het eenzijdig en partijdig. Dit zou niet als een verrassing moeten komen, aangezien (de formulering van) Resolutie 77/247 en het hele proces dat tot het advies heeft geleid vanaf het begin eenzijdig en partijdig zijn geweest.
Vanuit het perspectief van het internationaal recht vertoont het advies ernstige feitelijke, historische en juridische gebreken, zoals blijkt uit de afzonderlijke meningen van 5 rechters en de afwijkende mening van de vicepresident van het Hof, rechter Julia Sebutinde.
Zes van de vijftien rechters van het Hof zijn eensgezind van mening dat, als gevolg van de eenzijdige AVVN-resolutie (77/247) en de bevooroordeelde procedure, het advies geen rekening heeft gehouden met de gehele juridische en historische context van het Israëlisch-Palestijnse conflict, waardoor de geloofwaardigheid van de conclusie van het advies dat Israël zijn aanwezigheid in de gebieden moet beëindigen, wordt ondermijnd.
Volgens verschillende rechters is de conclusie van het Hof dat de aanwezigheid van Israël in deze gebieden illegaal is, gebaseerd op “een juridisch verkeerde weg” en heeft deze “geen goede basis in het internationaal recht”.
Het advies druist in tegen het Mandaat voor Palestina, een bindend instrument van internationaal recht – en roept op tot de onvoorwaardelijke en totale terugtrekking van Israël uit de “Palestijnse gebieden” – met totale minachting voor de legitieme territoriale integriteit en veiligheidsbelangen van Israël.
We maken ons grote zorgen dat een dwingende Israëlische terugtrekking de Palestijnse agressie en afwijzing beloont en de deur wijd openzet voor Iran en zijn terroristische gevolmachtigden en bondgenoten op de Westelijke Jordaanoever om door te gaan met hun voorgenomen vernietiging van de staat Israël.
Bovendien ondermijnt het advies de Oslo-akkoorden en het internationaal gesanctioneerde vredesproces dat gebaseerd is op een onderhandelde oplossing van het conflict. Dit beloont de Palestijnen voor het gebruik van geweld in plaats van onderhandelingen en bedreigt de belangrijkste doelstellingen van de VN, namelijk het handhaven van vrede en veiligheid in de wereld.
Andere belangrijke conclusies in de Briefing:
- Het advies is in strijd met geldige bindende instrumenten van internationaal recht, namelijk het Mandaat voor Palestina en de Akkoorden van Oslo. Hierdoor wordt de integriteit van het ICJ in twijfel getrokken.
- Het advies is niet-bindend omdat het Internationaal Gerechtshof in adviesprocedures niet bevoegd is om over geschillen te oordelen. Zoals de naam al doet vermoeden, is een adviserend advies slechts een advies.
- De lidstaten moeten elke resolutie verwerpen die de aanwezigheid van Israël op de Westelijke Jordaanoever en in Jeruzalem illegaal verklaart of die oproept tot de terugtrekking van Israël zonder een alomvattend vredesakkoord dat de territoriale integriteit en veiligheid van Israël garandeert.
Download de samenvatting van de briefing of de volledige briefing (zie hieronder)
Download het volledige rapport hier:
