Door Dr. Matthijs de Blois, Senior Fellow, thinc.
Korte samenvatting:
Op 7 oktober 2023, de feestdag van Simchat Thora, lanceerden terroristen van Hamas en andere Palestijnse islamistische groeperingen, zoals de Palestijnse Islamitische Jihad, een brute verrassingsaanval op Israël. De wreedheid van het geweld tegen soldaten en onschuldige burgers, waaronder baby’s, kinderen en ouderen, is bijna niet te bevatten. Het was een pogrom gericht tegen het Joodse volk zonder precedent na de Shoah. Onmiddellijk na de Hamas-aanval, waarbij raketten werden afgevuurd op bevolkingscentra in het zuiden en midden van Israël, reageerde Israël met een grote militaire operatie in de Gazastrook, terwijl het tegelijkertijd voorbereid moest zijn op aanvallen in het noorden, op de Westelijke Jordaanoever (Judea en Samaria) en in het zuiden. Door dit te doen, oefende Israël zijn recht op zelfverdediging uit onder het VN-Handvest.
De VN wordt verondersteld “respect voor mensenrechten en fundamentele vrijheden voor iedereen zonder onderscheid naar ras, geslacht, taal of religie” te bevorderen en aan te moedigen. In dit artikel schrijft thinc. Dr. Matthijs de Blois zich op de reactie op de pogrom van 7 oktober en de nasleep ervan door drie belangrijke VN-organen: de Algemene Vergadering, de Veiligheidsraad en de Secretaris-Generaal. Hij geeft een overzicht van deze reacties en reflecteert vervolgens op de bredere context van de houding van de VN ten opzichte van Israël.
Lees de volledige tekst van het artikel (vanaf pagina 14 ) in “Justice” (Eng. talig), klik HIER